Infrastructurele en mobiliteitsinvesteringen
De groei van onze stad vereist aanzienlijke investeringen in infrastructuur. Dit omvat niet alleen de aanleg van nieuwe wegen en openbaar vervoersverbindingen, maar ook de verbetering van bestaande infrastructuur en aanpassingen in de openbare ruimte om de toenemende drukte op te vangen. Om de leefbaarheid van de fysieke leefomgeving bij verdichting te waarborgen is het belang van de stedelijke infrastructuur ook een transitie doormaakt. Vanuit het STOMP-principe zijn investeringen nodig om meer ruimte te creëren voor voetgangers en fietsen. Om de binnenstedelijke ruimte leefbaar te houden ondanks verdere verdichting en opgaven op het gebied van energietransitie en klimaatadaptatie, moet de automobiliteit worden verplaatst of moet ruimte gevonden worden door multifunctioneel grondgebruik (ondergronds brengen van infrastructuur).
Om de stationsomgeving maximaal te benutten voor onze stedelijke groei, zijn zeer grote investeringen nodig aanvullend op de versnellingsgelden. Deze investeringen zijn cruciaal om de bereikbaarheid en leefbaarheid van Deventer te waarborgen.
Dergelijke grote infrastructurele ingrepen om de groei van Deventer op te vangen vallen onder de bovenwijkse en bovenplanse voorzieningen. Alleen het toerekenbare deel van de investeringen kan verhaald worden op gebiedsontwikkelingen. Als ze financieel niet verhaald kunnen worden vallen ze onder de onrendabele top van gebiedsontwikkelingen (zie punt 1 / paragraaf 8.2.1).
Er zijn echter ook kosten van infrastructurele en mobiliteitsinvesteringen die niet-toerekenbaar zijn aan de ontwikkelingen. Deze resterende kosten moeten wel gemaakt worden. Deze kosten zijn op basis van kentallen vele malen hoger dan de onrendabele top bij woningbouwprojecten.
Grove inschatting omvang: € 280 miljoen - € 560 miljoen.