Deze pagina is gebouwd op 06/04/2025 09:32:14 met de export van 06/04/2025 09:30:26

Basis op orde in de leefomgeving

Kapitaalgoederen in de openbare ruimte

Een toekomstbestendige stad begint bij de basis: goed onderhoud van bestaande infrastructuur, beheer van kapitaalgoederen en een veilige, gezonde leefomgeving. De huidige urgentie is hoog. Het onderhoud en de vervanging van o.a. wegen en bruggen staan onder druk. Door het uitstellen van investeringen dreigt verder achterstallig onderhoud met alle risico’s van dien. We investeren daarom gericht in beheer en vervanging en daar waar mogelijk zoeken we de koppeling met de thema’s klimaatadaptatie en energietransitie. Bijvoorbeeld door het combineren van rioleringswerkzaamheden met klimaatadaptieve herinrichting van straten en pleinen en bij infrastructuurprojecten de kans benutten voor het aanleggen van slimme energienetwerken (smart grids). Ook het hebben van een actuele omgevingsvisie, waar de langetermijnvisie in verwoord is, met daarbij een omgevingsprogramma vormen de basis voor verdere doorontwikkeling van de openbare ruimte van de gemeente.

Transformatiefase Omgevingswet, geodatabased werken en samenhang kennisinstrumenten

In 2026 stellen we de omgevingsvisie 2040 vast die richting zal geven aan de ontwikkeling van de gemeente Deventer. De doorwerking in onze kerninstrumenten (omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan) en daarmee het sluitend krijgen van de gehele beleidsketen in het ruimtelijk domein, zal sturing vragen. Ambitie en wettelijke verplichting is om eind 2026 een beleidsrijke en gebiedsdekkende omgevingsvisie te hebben waarin de lange termijnvisie van de gemeente verwoord is en richting wordt gegeven aan de (ruimtelijke) ontwikkeling van Deventer.

Als gevolg van de Omgevingswet is het nog meer noodzakelijk dat de gehele beleidscyclus goed sluitend is. Dit houdt ook in dat er gewerkt wordt aan het versterken van het geodata-gestuurd werken en maken van onze kerninstrumenten van de Omgevingswet (Omgevingsvisie, Omgevingsprogramma's, Omgevingsplan). Dit is niet alleen een technische exercitie maar ook één met impact op diverse werkprocessen, de in- en externe samenwerking, herdefiniëring en verschuiving van taken van met name beleidsmedewerkers. Dit gebeurt in samenhang met de gemeentelijke organisatieontwikkeling.  De gewijzigde werkprocessen zijn randvoorwaardelijk voor de ontwikkelingen in het ruimtelijk domein en daarom van belang. De insteek is wel dat meer geodatagedreven werkprocessen leiden tot besparingen bij het opstellen van beleid. Dit vraagt ook een andere cultuur en verwachtingen bij het opstellen van nieuwe beleidsdocumenten, zowel ambtelijk als bestuurlijk.

Belangrijke keuzes, kansen en risico’s

Om de staat van de openbare ruimte op het gewenste niveau te krijgen en te houden, is op basis van Nota kapitaalgoederen de komende jaren aanvullend budget nodig. Bij de Voorjaarsnota 2023 is reeds besloten de middelen van programma Leefomgeving te verhogen met in totaal €500.000 structureel (4 x €125.000 in de jaren 2024 t/m 2027). Bij de voorjaarnota 2024 en begroting 2025 is voor de asset 'Spelen' structureel €268.000 toegekend, voor de asset 'Groen' vanaf 2027 €600.000 en voor ‘civieltechnische kunstwerken’ €37.000 vanaf 2028. Tevens is bij de begroting 2025 nog eens €318.000 structureel toegevoegd vanaf 2028.   
Ondanks deze toevoegingen is, om uitvoering te geven aan de Nota kapitaalgoederen, op basis van actueel prijspeil de komende jaren aanvullend budget nodig van €5,9 miljoen in 2026 oplopend naar €7 miljoen in 2030. We kiezen ervoor om geleidelijk naar dit niveau toe te groeien met jaarlijks €525.000. Dit geeft de organisatie tijd om mee te groeien met het budget. Naast financiële middelen vraagt uitvoering van de nota kapitaalgoederen om een effectieve en efficiënte inzet van capaciteit in de programmering van het meerjarig onderhoud en de vervangingsopgave. Daarnaast is dit financieel ook een eerder haalbaar scenario.

Als gevolg van de Omgevingswet is het nog meer noodzakelijk dat de gehele beleidscyclus goed sluitend is. We zien dat de doorwerking van beleid in een omgevingsprogramma en een omgevingsplan van groot belang is. Als we daar niet voldoende op in kunnen zetten is de verwachting dat de samenhang tussen instrumenten onvoldoende tot stand komt en er te veel “pleisters” geplakt moeten worden. Dat komt de sturing in het ruimtelijke domein niet ten goede. Er moet een plan komen om een verbeterslag door te voeren in ons instrumentarium. Het gaat om een plan voor het sluitend krijgen van de beleidscyclus. Dus van beleidsvorming, uitwerking, uitvoering, monitoring en evaluatie in samenhang met de aandacht voor de (geo-)data-gedreven manier van werken. Voor het opstellen van een aanpak en een start te maken met de uitvoering is om te beginnen een bedrag van €200.000 incidenteel nodig. Afhankelijk van het plan kunnen aanvullende middelen nodig zijn voor de jaren 2027, 2028 en 2029.

Knelpunten bestaand beleid

bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel)

Omschrijving

Programma

2026

2027

2028

2029

1

Nota Kapitaal Goederen

3

-525

-1.050

-1.575

-2.100

2

PvA verbeterslag beleidscyclus en datagedreven werken Ow

5

-200

-

-

-